“Het leuke van docent zijn in het praktijkonderwijs? De diversiteit in de klas én de vrijheid die je krijgt om je lessen zelf vorm te geven. Ik ben vrij in welke stof ik aanbied en hoe ik die stof overbreng. Het draait hier vooral om maatwerk, terwijl je op andere scholen toch wat meer vast zit aan een curriculum. Als ik ’s ochtends binnenkom, is niet te voorspellen hoe de dag verloopt.” 

Verademing
“Ik ben als zij-instromer het onderwijs ingerold. Vanuit de opleiding Sociale Pedagogische Hulpverlening heb ik eerst in een jeugdgevangenis en TBS-kliniek gewerkt. Een familielid is directeur op een basisschool voor speciaal onderwijs en vroeg of ik een keer kwam koffiedrinken. Voor ik het wist stond ik een gastles te geven en kwam ik in het onderwijs terecht. Alleen al qua werktijden een verademing ten opzichte van de psychiatrische zorg: nooit meer een weekend- of nachtdienst! Dat bevalt me uitstekend.”

Uiteenlopende onderwerpen
“Mijn werkzaamheden zijn heel divers. Naast stagevakken zoals ‘veilig op stage’ en ‘arbeidsoriëntatie’, geef ik ook het vak burgerschap en ben ik docent digitale vaardigheden. Bij digitale vaardigheden komen uiteenlopende onderwerpen aan bod, zoals mediawijsheid en cyberpesten. Dat is helaas hard nodig. Alles wat vroeger op het schoolplein plaatsvond, gebeurt nu online. Deze jonge generatie zit overal: op Snapchat, Instagram en TikTok. Maar wat ze precies op het internet doen, is minder zichtbaar. Goede voorlichting blijft dus erg belangrijk. Zolang je die voorlichting een beetje boeiend verpakt, is er meer dan voldoende aandacht. Laatst behandelde ik grooming; digitaal kinderlokken. Tijdens de les liet ik toen een filmpje van Alberto Stegeman over dit onderwerp zien. Succes verzekerd!”

Open in gesprek gaan
“De gesprekken met leerlingen vind ik heel waardevol. Bij een vak als arbeidsoriëntatie gaat het bijvoorbeeld over wat werk voor je betekent. Werk je later enkel voor het geld of moet werken vooral leuk zijn en voldoening geven? Bij burgerschap hebben we het onder meer over tolerantie. Een leerling gaf aan dat hij niets met homo’s had. Dan ga ik het gesprek aan met zo’n jongen. ‘Wat als je straks een leidinggevende krijgt met een andere geaardheid? Of als je beste vriend uit de kast komt? Ben je dan geen vriend meer?’ Je zag dat het wat met hem deed. Door met elkaar open in gesprek te gaan, kom je vaak een heel eind.”

Respect, waarden en normen
“In mijn lessen gaat het ook over waarden en normen. Wat in de ene cultuur heel respectvol is, getuigt in een andere cultuur van weinig respect. Als je in Nederland op het matje wordt geroepen, zeggen we al snel ‘Kijk me aan als ik tegen je praat’. Terwijl een Marokkaanse jongere -juist uit respect- op zo’n moment nooit oogcontact zal maken. Dat is hondsbrutaal in die cultuur. Goed om te weten dat we allemaal verschillend zijn opgevoed en ons in sommige situaties anders gedragen.”

Prettige sfeer
“Hoe ik mijn lessen ook geef, ik wil een prettige sfeer hebben in de klas. Volgens mij draagt dat bij aan goed onderwijs. Als ik terugdenk aan mijn eigen schooltijd, dan heb ik de leraren onthouden waar ik het fijn vond in de klas. Die mooie verhalen vertelden; de tijd voor me namen. Leraren door wie ik me gezien voelde. Aan die docenten heb ik mooie herinneringen; niet aan de docenten die me de staartdelingen en grammaticaregels nauwgezet uiteenzetten.” 

Met de tijd mee
“Het onderwijs past heel goed bij me. Naast de vrijheid die je hebt, ga je met de tijd mee. Ik werk elke dag met jonge mensen, die me blijven verbazen met toffe inzichten. De nieuwste gadgets, de laatste muziekstromingen: alles komt voorbij. Dat houdt mij ook lekker jong. Ik merk dat echt hoor. Mijn vrienden die niet voor de klas staan, worden veel sneller oud dan ik. Alleen daarom al zou ik iedereen een baan in het onderwijs aanraden, haha!”